NOT BORED!: Schrijven tegen de verveiling

Begin 1987 werden de gemoederen op de campus van de State University of New York at Buffalo opgeschud door poetische politieke graffiti teksten die even hardnekkig weer opdoken als ze werden verwijderd. Greil Marcus, de meester in het ontdekken van sporen in de verborgen geschiedenis van de twintigste eeuw, was de eerste die de overeenkomst zag. In zijn "Real Life Top Ten" in The Village Voice van januari 1987 besprak hij de elfde editie van het "situationist fanzine" NOT BORED! In deze editie van dit blad stond een artikel "Our Methods & Goals in the UB Graffiti Scandal" dat, zo merkte Marcus op, direct verwees naar "Our Methods & Goals in the Strasbourg Scandal," verschenen in Internationale Situationniste #11, 1967. "Een prettige overeenkomst van nummers," vroeg Marcus zich af, verwijzend naar 11 en 1967/1987 of "de nummers van een prettige overeenkomst?"

Bill Brown, de maker van NOT BORED! en degene die achter de graffiti acties schuilging, was zeer verheugd over de bespreking van Marcus. Deze had hem immers in 1983 met zijn bespreking van The Situationist International Anthology in The Village Voice voor het eerst kennis laten maken met de situationisten en hun concept van de detournement. Marcus 'ontdekking' was voor Bill Brown een erkenning van zijn werk en gaf hem de moed om door te gaan met het uitgeven van NOT BORED!

De eerste editie van NOT BORED! werd door Brown zelf in juli 1983 in een oplage van honderd kopieen gratis uitgedeeld op de jaarlijkse Ann Arbor Art Fair. Het maken en uitdelen van dit tijdschrift was voor Bill Brown de enige mogelijkheid om een ervaring van diezelfde zomer te verwerken. Zijn jeugdheld David Bowie was bezig met een nieuwe 'comeback tour.' Natuurlijk wederom de beste sinds Ziggy Stardust. Gekleed in een wit pak, witte schoenen en een blauw shirt -- zijn haar 'natuurlijk' blond -- kwam hij het podium op van de Joe Louis Arena in Detroit en zette "Space Oddity" in, zijn eerste grote hitsingle. Toen de klanken van dit eerste nummer uitgestorven waren, deed hij zijn jasje uit, bond zijn acoustische gitaar om zijn schouders en legde daar voor een kort moment zijn hoofd op te rusten: precies dezelfde houding en in dezzeldfe kleuren als Picasso's Man Met Gitaar. Het was volgens Brown een briljant gebaar, waarin hij op suggestieve wijze plaats bepaalde in de geschiedenis van de moderne kunst, of, hoe dit laatste past in Bowie's muzikale ontwikkeling. Maar wie van de aanwezigen, zo vroeg Bill Brown zich af, begreep op dat moment deze zinspeling?

Er gebeurden nog meer dingen die avond waarbij hij zich afvroeg of hij de enige was die de betekenis en de algemene strekking van Bowie's toespelingen en suggesties begreep; deze wezen volgens Brown allemaal in de richting van het fascisme. Dit werd het meest duidelijk toen als laatste nummer zijn hitsingle van de moment "Modern Love" werd ingezet. Dit nummer is zowel een ironisch commentaar op het instituut huwelijk als een mogelijkheid voor Bowie om de aard van de romance tussen hem en zijn fans duidelijk te maken: "It's not really work / It's just the power to charm." Tijdens dit nummer namen de muzikanten en achtergrondzangers de vorm van een pyramide aan, met Bowie aan de top van deze hierarchie. Toen het nummer aankwam bij de regel "Modern Love / Tests my faith in God and Man" ging er een rilling door Bill Brown heen. Wat hij zag was een glimp van een maatschappij die sterk en trouw was just omdat "there were no women in it at all."

Bill Brown wilde deze ervaring verwerken in een recensie van het concert voor The Ann Arbor News, het dagblad waar hij toen als freelancer voor schreef. Toen publikatie leidde tot een grote stroom ingezonden brieven, waarin men zich beklaagde over het feit dat Brown over politiek begon in een bespreking van een popconcert, besloot hij dat het tijd werd om wat anders te gaan doen.

Bowie en de poppsychologie van het fascisme lieten hem echter niet los en hij besloot dit uit te werken in een langer artikel: "David Bowie: vriend of vijand?" Dit bracht hij samen met paar andere artikelen die waren geweigerd door The Ann Arbor News bijeen in NOT BORED! #1. De naam ontieende hij aan Tom Wolfe die de uitstraling van muzikanten als David Bowie, de Rolling Stones en Elvis had omschreven als "gloriously bored." Deze musikanten waren zo 'rebels' dat ze verveeld waren van het idee zelf. Ze waren zulke kenners van 'het exotische' dat ze een pervers plezier vonden in hun eigen verveling. Brown wilde muzikanten die NIET VERVEELD waren. Hij wilde verrukt worden van het idee van rebellie, naief genoeg zijn om het te haten om verveeld te worden. Daarom gaf hij zijn eigen tijdschrift de naam NOT BORED!

Tijdens het werken aan de tweede editie van NOT BORED! las hij het genoemde artikel van Greil Marcus in The Village Voice. Opeens viel alles op zijn plek. Hij ging zich verder verdiepen in de situationisten en vanaf januari 1984, toen het tweede nummer van NOT BORED! verscheen, was het een "situationist fanzine." Dat is het gebleven.

Sindsdien zijn er 27 nummers verschenen waarin veel heruitgaven van situationistische teksten werden gerecenseerd en ook teksten werden vertaald of herdrukt, waaronder het volledige manuscript van Guy Debord's film La Societe du Spectacle. Daar-naast werkt Brown aan een actualisering van het situationistische denken door hun denkbeelden toe te passen op ontwikkelingen in de hedendaagse maatschappij.

Zoals het een "situationist fanzine" betaamt kent elke editie van NOT BORED! ook verhalen over het dagelijks leven in de stad waar Brown leeft. Onder de titel "What's happening in Ann Arbor?" en later toen hij naar Buffalo, New York, verhuisde "What's happening in New York?" beschrijft hij wat hij zoal doet om het dagelijks leven minder verveeld te maken. De graffiti acties in Buffalo, New York, waren een poging daartoe. In nummer 24 (September 1995), staat een 'voorlopig verslag van stedelijke spelletjes' om de vereling temidden van het dagelijkse spektakel te verdrijven. Wat dacht je bijvoorbeeld van 'Metro Surfen' waarbij je zo lang mogelijk zonder je handen te gebruiken of iemand anders aan te raken rechtop probeert te blijven staan in de metro, terwijl deze optrekt en afremt. Of 'rat racing,' waarbij het doel is een forens eruit te lopen die zijn metro probeert te halen. Of snelwandelen met als doel: "be the fastest fucking thing on two legs in this very fast-paced city." Het opklappen tegen andere weggebruikers levert daarbij strafpunten op. Brown doet ook verslag van gebeurtenissen in de stad, die volgens hem de moeite waard zijn. In de vorige Mba-Kajere vind je zijn verslag "Squat the World" van de ontruiming van een aantal kraakpanden in New York dat als bijlage zat bijgevoegd bij nummer 24.

NOT BORED! past perfect in de traditie van situationistische bladen, mede doordat de inhoud handelt over relatief intellectualistische onderwerpen terwijl de vorm van het blad 'amateuristisch' is gebleven (het zijn gekopieerde vellen A-4, bijeengehouden door drie nietjes). In tegenstelling tot de meeste bladen die opvallen door hun indrukwekkende vormgeving, maar zich kenmerken door een gebrek aan inhoud. Met de spanning tussen vorm en inhoud, tussen teken en betekenis, wil Brown aangeven dat inhoud ook effect kan hebben Het suggereert bovendien dat jij ook zo'n blad kunt maken en eigenlijk zou moeten maken.

Freek Kallenburg, Mba-kajere (Winter 1997).


[AUDIO RECORDINGS] [BACK ISSUES] [LINKS] [SCANNER ABUSE] [SELECTED TEXTS] [TRANSLATIONS]

[LETTRIST INTERNATIONAL ARCHIVE] [SITUATIONIST INTERNATIONAL ARCHIVE]



To Contact Us:
Info@notbored.org
ISSN 1084-7340.
Snail mail: POB 1115, Stuyvesant Station, New York City 10009-9998